dinsdag 19 december 2017

Αναγνώσματα + 25.12.2017 + Lezingen

Η Γέννησης του Σωτήρος Ιησού Χριστού
 

Geboorte van Onze Heer Jezus Christus in het vlees

Στα Ελληνικά: απόστολος (Γαλ. δ΄4-7) και Ευαγγέλιον (Ματθ. β΄1-12)
Nederlands:  apostel (Gal. 4:47) en Evangelielezing (Mt. 2:1-12)

(Nederlands onder de Griekse tekst)

Πρὸς Γαλάτας δ΄4-7 τὸ ἀνάγνωσμα
Ἀδελφοί, ὅτε δὲ ἦλθεν τὸ πλήρωμα τοῦ χρόνου, ἐξαπέστειλεν ὁ θεὸς τὸν υἱὸν αὐτοῦ, γενόμενον ἐκ γυναικός, γενόμενον ὑπὸ νόμον, ἵνα τοὺς ὑπὸ νόμον ἐξαγοράσῃ, ἵνα τὴν υἱοθεσίαν ἀπολάβωμεν. Ὅτι δέ ἐστε υἱοί, ἐξαπέστειλεν ὁ θεὸς τὸ πνεῦμα τοῦ υἱοῦ αὐτοῦ εἰς τὰς καρδίας ὑμῶν, κρᾶζον, Ἀββᾶ, ὁ πατήρ. Ὥστε οὐκέτι εἶ δοῦλος, ἀλλʼ υἱός· εἰ δὲ υἱός, καὶ κληρονόμος θεοῦ διὰ Χριστοῦ.

Lezing uit de Brief van Paulus aan de Galaten 4:47
Broeders, toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God Zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij tot kinderen zouden aangenomen worden. Omdat gij nu zonen zijt, heeft God de Geest van Zijn Zoon in uw harten gezonden, die roept: ‘Abba, Vader!’ Dus zijt gij niet meer slaaf, maar zoon; en zijt gij zoon, dan ook erfgenaam van God door Christus.

Ἐκ τοῦ Κατὰ Ματθ. β΄1-12 Εὐαγγελίου τὸ Ἀνάγνωσμα
Τοῦ δὲ ᾿Ιησοῦ γεννηθέντος ἐν Βηθλεὲμ τῆς ᾿Ιουδαίας ἐν ἡμέραις ῾Ηρῴδου τοῦ βασιλέως, ἰδοὺ μάγοι ἀπὸ ἀνατολῶν παρεγένοντο εἰς ῾Ιεροσόλυμα λέγοντες· ποῦ ἐστιν ὁ τεχθεὶς βασιλεὺς τῶν ᾿Ιουδαίων; εἴδομεν γὰρ αὐτοῦ τὸν ἀστέρα ἐν τῇ ἀνατολῇ καὶ ἤλθομεν προσκυνῆσαι αὐτῷ. ᾿Ακούσας δὲ ῾Ηρῴδης ὁ βασιλεὺς ἐταράχθη καὶ πᾶσα ῾Ιεροσόλυμα μετ᾿ αὐτοῦ, καὶ συναγαγὼν πάντας τοὺς ἀρχιερεῖς καὶ γραμματεῖς τοῦ λαοῦ ἐπυνθάνετο παρ᾿ αὐτῶν ποῦ ὁ Χριστὸς γεννᾶται. οἱ δὲ εἶπον αὐτῷ· ἐν Βηθλεὲμ τῆς ᾿Ιουδαίας· οὕτω γὰρ γέγραπται διὰ τοῦ προφήτου·
καὶ σὺ Βηθλεέμ, γῆ ᾿Ιούδα, οὐδαμῶς ἐλαχίστη εἶ ἐν τοῖς ἡγεμόσιν ᾿Ιούδα· ἐκ σοῦ γὰρ ἐξελεύσεται ἡγούμενος, ὅστις ποιμανεῖ τὸν λαόν μου τὸν ᾿Ισραήλ.
Τότε ῾Ηρῴδης λάθρα καλέσας τοὺς μάγους ἠκρίβωσε παρ᾿ αὐτῶν τὸν χρόνον τοῦ φαινομένου ἀστέρος, καὶ πέμψας αὐτοὺς εἰς Βηθλεὲμ εἶπε· πορευθέντες ἀκριβῶς ἐξετάσατε περὶ τοῦ παιδίου, ἐπὰν δὲ εὕρητε, ἀπαγγείλατέ μοι, ὅπως κἀγὼ ἐλθὼν προσκυνήσω αὐτῷ. οἱ δὲ ἀκούσαντες τοῦ βασιλέως ἐπορεύθησαν· καὶ ἰδοὺ ὁ ἀστὴρ ὃν εἶδον ἐν τῇ ἀνατολῇ προῆγεν αὐτούς, ἕως ἐλθὼν ἔστη ἐπάνω οὗ ἦν τὸ παιδίον· ἰδόντες δὲ τὸν ἀστέρα ἐχάρησαν χαρὰν μεγάλην σφόδρα, καὶ ἐλθόντες εἰς τὴν οἰκίαν εἶδον τὸ παιδίον μετὰ Μαρίας τῆς μητρὸς αὐτοῦ, καὶ πεσόντες προσεκύνησαν αὐτῷ, καὶ ἀνοίξαντες τοὺς θησαυροὺς αὐτῶν προσήνεγκαν αὐτῷ δῶρα, χρυσὸν καὶ λίβανον καὶ σμύρναν· καὶ χρηματισθέντες κατ᾿ ὄναρ μὴ ἀνακάμψαι πρὸς ῾Ηρῴδην, δι᾿ ἄλλης ὁδοῦ ἀνεχώρησαν εἰς τὴν χώραν αὐτῶν.

Lezing uit het Evangelie volgens Mattheüs 2:1-12
Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem in Judea ten tijde van koning Herodes zie, toen kwamen er wijzen uit het Oosten te Jeruzalem en vroegen: Waar is de onlangs geboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij ontsteld en geheel Jeruzalem met hem. En nadat hij al de hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen geroepen had, deed hij bij hen onderzoek naar de plaats, waar de Christus zou geboren worden. Zij zeiden hem: Te Bethlehem in Judea, want aldus is door de profeet geschreven:
En gij, Bethlehem, land van Juda, zijt geenszins de minste onder de hoofdsteden van Juda, want uit u zal een vorst voortkomen, die mijn volk Israël leiden zal.
Toen riep Herodes heimelijk de wijzen tot zich en ondervroeg hen nauwkeurig naar de tijd, waarop de ster verschenen was. En hij zond hen naar Bethlehem en zei: Gaat heen en doet nauwkeurig onderzoek naar het kind; en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ik het ook kan gaan huldigen. Toen zij nu de koning aangehoord hadden, gingen zij heen. En zie, de ster, die zij in het Oosten gezien hadden, ging vóór hen uit totdat zij kwam boven de plaats, waar het kind was en daar bleef stilstaan. Toen zij de ster zagen, werden zij vervuld met zeer grote blijdschap. En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neder en bewezen Hem hulde. En zij ontsloten hun schatten en boden hem geschenken aan, goud, wierook en mirre. En daar zij in de droom gewaarschuwd waren niet naar Herodes terug te keren, zijn zij langs een andere weg naar hun land gereisd. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten